Het woordenboek vertaalt dit als klapkauwgum. Dit schrijfseltje is een logisch vervolg op de Ommekeer. Als je de ommekeer lang genoeg volhoudt, kom je bij het begin uit. Laten we dan eens kijken hoe dat begin is begonnen. Er is onder wetenschappers een consensus dat het allemaal begon met de Oerknal.
Wie herinnert zich de tijd dat je voor vijf cent snoep kon kopen? Wie herinnert zich nog dat roze brok klapkauwgum, waarmee je tandartsen rijk kon maken? Dat brok kauwgum is voor mij de metafoor van de Oerknal. Nu wil ik die Oerknal beschrijven zonder te verdwalen in kwantum – en snaartheorieën, want dat zou ik de Planck mis slaan… We gebruiken eerst de metafoor van de bubblegum.
Voor mij was dat brok te zoet en te groot, maar er waren leeftijdgenoten die het in de mond propten en er enthousiast op kauwden tot het een elasticiteit bereikte die je kon opblazen tot een grote roze ballon. En dan kwam de klap waarmee je gezicht onder plakkerige laag snoepgoed kwam te zitten. Hoewel ik het bewonderenswaardig vond, had ik geen enkele behoefte het te evenaren.
Oerknal.
Zonder klapkauwgum geeft de Kabbala die Oerknal weer aan de hand van het teken YUD. Dat is het tiende teken uit het Hebreeuwse alfabet, en het getal 10 staat voor een nieuw begin. Dat teken ontstond na de samentrekking van ‘Gods Onbeperkte Licht’ om ‘plaats’ te maken voor de Schepping. Als we het religieuze glazuur verwijderen, lezen we dat er na de Oerknal ruimte ontstond voor een verlengde punt of komma.
Wetenschappers spreken niet van Gods Onbeperkte Licht, noch van een verlengde punt.
Ze gaan ervanuit dat ongeveer 14 miljard jaar geleden alle materie in één singulariteit was samengebald, die onder de onvoorstelbare druk van de dichtheid explodeerde. Een singulariteit is een uitzonderlijkheid, iets zonder precedent. Dit impliceert dat er een toestand vóór de oerknal bestond, een begin vóór het begin.
In mei 2014 was Stephen Hawking in Nederland. In zijn lezing gaf hij aan dat niemand in staat is het beginpunt van ons Universum te beschrijven. De thans bekende natuurwetten zijn niet van toepassing op die uitzonderlijkheid. Volgens Hawking is vragen wat er voor de Oerknal was, hetzelfde als vragen wat er voorbij de Zuidpool ligt. Er is daar niets. Voor het begin; voor de Oerknal dus, zou er niets moeten zijn.
Hoe begon het Universum? Dit is wellicht de meest netelige vraag in kosmologie. De vraag suggereert dat er een begin was, maar iemand kan zich ook voorstellen dat het Universum er altijd was en er altijd zal zijn. In dat geval is er geen begin en geen eind, maar veeleer een zich voortdurend ontwikkelend systeem waarvan wij slechts een fractie van zien.
Alexander Vilenkin, professor kosmologie aan de Tufts Universiteit in Massachusetts in de VS, zegt: “Er is genoeg bewijs voor een Oerknal, het Universum dat wij kennen begon bijna zeker circa 14 miljard jaar geleden. Maar was dat het absolute begin, of was er nog iets voor dat begin?” Het is een van die vragen die nooit echt beantwoord kunnen worden, want telkens als iemand met een oplossing komt, is er wel een ander die de vervelende vraag stelt: “En wat gebeurde dan daarvoor?’
Professor Vilenkin zegt nu echter dat hij genoeg overtuigend bewijs heeft dat het Universum een onmiskenbaar begin kent, hoewel er geen tijdstip voor is. Na 35 jaar onderzoek kwam hij tot de conclusie dat er voor ons Universum helemaal niets was, zelfs geen tijd. Een collega kosmoloog van de Stanford Universiteit beschreef Vilenkin als een originele en diepe denker die belangrijke en diepgaande bijdragen heeft geleverd aan onze inzichten over de schepping van het universum.
Tegenslag en ontslag.
Vilenkin ondervond, net als Tesla, enorm veel tegenwerking vanaf het moment dat hij het raadsel van de Oerknal als zijn levenswerk opvatte. Als student aan de Kharkiv Universiteit werd hem ‘geadviseerd’ echte fysica te studeren in plaats van zijn passie voor kosmologie voort te zetten. Hoewel hij een uitmuntende student was, kreeg hij geen kans om af te studeren; de KGB hem op de zwarte lijst had gezet omdat hij weigerde informant te worden voor de regering.
Hij moest allerlei onderbetaalde banen aannemen, waaronder die van nachtwaker in een dierentuin. Hij benutte vele nachtelijke uren om een vierdelig verzamelwerk van Einstein te studeren. Hij werd ontslagen, zogenaamd omdat hij te hoog was opgeleid voor dat werk, maar hij vermoedde dat zijn leesmateriaal de autoriteiten irriteerde. Met de geringe uitzichten op fatsoenlijk werk besloot hij te emigreren en desnoods in de VS als bordenwasser te wachten op een universiteit die hem zou opnemen.
Maar om aan de Sovjet Unie te ontkomen moest hij omzichtig te werk gaan. Joden zoals hij mochten maar mondjesmaat naar Israël gaan, en dan nog als iemand in dat ieland garant voor hem en zijn gezin zou staan. Hij kende er niemand, maar een vreemde schreef hem een brief dat hij borg voor Vilenkin zou staan. Hij moest na de ontvangst van die brief nog een jaar wachten op de visa die enorm duur waren.
Zijn ouders moesten hem toestemming geven te vertrekken. Dat deden ze, maar de ouders van zijn vrouw verloren hun baan en zijn eigen vader, een professor aan een universiteit, werd ook ontslagen. De traditionele tussenstop naar Israël was Wenen, vanwaar Vilenkin, zijn vrouw en hun dochtertje in 1976 naar Rome vluchten. Hij vroeg asiel aan bij de VS ambassade en kreeg na een kwartaal de uitreis visa voor de VS.
Na enkele jaren werken op een lager niveau kreeg hij een kans op de Tufts Universiteit zijn passie voor kosmologie weer op te pakken. Kosmologie was toen voor de gevestigde orde een randverschijnsel. In 1982 beleefde hij zijn grote doorbraak met een verassende stelling. Het proces van uitdijen dat met de Oerknal begon, moest eeuwig zijn; als het eenmaal was begonnen zou het nooit volledig stoppen.
Het uitdijen zou kunnen eindigen in een deel van de ruimte, zoals het Universum waar wij in leven, maar het zou overal elders voortgaan en een nooit eindigende serie oerknallen veroorzaken. Elke volgende Oerknal zou dan corresponderen met een apart universum dat beschouwd kan worden als een nieuwe uitdijende bubbel; een van de talloze bubbels die in het Multiversum rondzweven.
Niets.
In ons Universum bestaat alles uit energiefrequenties. Als kind hoorde ik mijn papa al zeggen: ‘Alles is trilling, jongen.’ Hij had gelijk voor wat betreft de wereld van vorm zoals wij die waarnemen. Vorm komt voort uit tijd en ruimte. Maar Vilenkin concludeerde na 35 jaar onderzoek dat er voor het begin van ons Universum helemaal niets was, zelfs geen tijd. Als er geen tijd bestond was er ook geen ruimte voor vorm.
Wij zijn lichtpartikels die de vorm hebben aangenomen van een fysiek voertuig. Dat voertuig is omhuld met energievelden die we het etherische -, het emotionele - en het mentale lichaam noemen. Elk veld reageert op frequenties die de wereld van vorm op ons projecteert. Daarom reageren we op frequenties die ons emotioneel, of mentaal uit balans brengen. En die onbalans schept fysieke ongemakken die we ziekten noemen.
Die ongemakken worden door deskundigen uit de farmaceutische hoek zo opgeblazen dat alle energievelden op enig moment klappen zoals de knalkauwgum. Een depressie of een burn-out zijn het gevolg, maar steeds vaker ook suïcidale pogingen of successen…
Hoe zou het zijn om in de geest terug te gaan naar het ontbreken van vorm en van tijd en ruimte? Hoe zou het zijn als niets onze zintuigen prikkelt, als niets onze emoties of gedachten uit balans kan brengen? Zou het mogelijk zijn om in de geest terug te gaan naar dat niets van vóór het begin van dit Universum? Zou het mogelijk zijn even niets te zijn?
Wat zou het dan rustig zijn en stil. Er is dan niets wat ons kan deren omdat we zelf niets zijn, niets voelen, geen verdriet, geen angst, geen ziekte, helemaal niets. We zouden het niets omarmen en ons door het niets laten omarmen. We zouden ons niet meer identificeren met het voertuig en al die opgeblazen energievelden. We hoeven dan ook nergens op te reageren, want we zijn opgegaan in het niets.
Niets is met niets te vergelijken, er is dan geen behoefte aan competitie, geen behoefte aan nog grotere bubbels blazen met de klapkauwgum. We zijn dan een singulariteit, een uitzonderlijkheid. Wat zou het heerlijk zijn om dat, al was het maar heel even, te ervaren.
Vrijheid.
Hebben jullie er wel eens bij stil gestaan dat de Bijbel begint met de 2e letter van het alfabet? Hebben jullie er wel een bij stil gestaan dat er ‘In den Beginne’ geen letter A staat? Zelfs de Hebreeuwse Genesis start met: ‘Bereshit bara Elohim et hashamayim ve'et ha'arets.’ Waar is in hemelsnaam de letter A gebleven? Er moet dus wel degelijk iets zijn voor het begin van de Schepping. Voor mij is dat de Alfa.
Dinsdagavond, 7 februari bracht ik engel Nora op Alfa niveau naar dat niets. Het was een test omdat ik begreep dat het niets is te bereiken als je niets durft te zijn, en begeleid wordt door iemand die de weg kent. Nora beleefde vrij snel hetzelfde als tijdens haar bijna-doodervaring. Er was niets, geen tijd, geen ruimte, alleen een gevoel van onbeperkte vrijheid. Ze zegt dat ze dan in haar bolletje, haar bubbel zit…
Woensdagochtend waren hier twee vrouwen die alle cursussen al gevolgd hadden, maar nog meer spirituele en esoterische kennis wilden opdoen. Nadat ik ze op Alfa bewustzijn had begeleid, reisden we verder naar het niets. Hoewel de ervaringen lichtelijk verschilden, begreep ik uit hun reacties dat ze het niets hadden ervaren. Daantje zat in een soort mist zonder grenzen, en Lara zat in de Bron, en beiden voelden eindeloze vrijheid.
Woensdagavond op de wekelijkse meditatie avond bracht ik de hele groep op Alfa naar het niets. Ze waren er helemaal stil van. Hoewel er niets was, hadden allen toch een perceptie van liefde, koestering, geborgenheid… en vrijheid.
Vanmiddag besloot ik dit artikel te schrijven, alleen ik wist niet hoe te beginnen, totdat Bazooka Joe in mijn herinnering kwam. De metafoor van de klapkauwgum als Oerknal kwam als een aap uit de mouw, en dan dienen de juiste Internetpagina’s zich op de juiste tijd aan.
Artikelen op deze website mogen vrij verspreid worden onder vermelding van de juiste bron: ArjunA – www.assayya.com