Op 25 maart 2016 heb ik een uitgebreid schrijfseltje gepubliceerd over het ego, de ziel en de monade. Omdat ons korte geheugen steeds meer krimpt, geef ik hier wat geheugensteuntjes over de ziel.
Filosofen definiëren de ziel als het onstoffelijke, spirituele component van ons fysieke jasje. In een esoterische visie is het de drager, of het voertuig van het ego of de eeuwige geest.
Veel woorden in andere talen die qua betekenis verwant zijn aan het woord ziel gaan etymologisch terug op woorden die adem, lucht, wind, ruiken e.d. betekenen. Mijn favoriet is het Hebreeuwse woord Ruach, dat lucht, adem, wind en geest betekent.
RUACH ELOHIM MERAGEFET AL PNEJ HA - MaïM.
De geest der goden (meervoud) zweefde over de wateren. In mijn jeugd hoorde je nog veel Jiddisch in Amsterdam, majem betekende water en jajem betekende jenever. Met een te grote slok op, kon je dus in het water vallen. Ons biologische voertuig bestaat voor 70% uit water, dus voor mij verblijft de geest der goden in ons Zelf. Laten eerst kijken naar het begin, toen YHVH de eerste Adam tot leven wekte.
Adam is in het Bijbelboek Genesis de eerste mens. De naam 'Adam' geeft in het Hebreeuws de betekenis van 'rood', 'rode aarde', en is verwant aan het Hebreeuwse woord 'adama' voor aarde/klei. De eerste mens is aards, uit de (rode) aarde. YHVH maakte Adam uit stof en blies Ruach, lucht, adem, wind en geest in de neus. Adam werd bezield met het onstoffelijke, spirituele component van Elohim/de goden.
De concepten van Ziel en Geest worden nog vaak verwisseld of als synoniemen gebruikt. Veel religies hebben er geen belang bij hun volgelingen te gidsen in de aard van onze transcendente niveaus of onze spirituele biologie. De meeste religies zijn al tevreden als ze het verschil kunnen duiden tussen lichaam en ziel, en gaan voorbij aan de concepten en elementen die ons begrip van de dynamiek van de geest zouden vergemakkelijken.
De onwil om meer informatie te geven is bedoeld onze aandacht af te leiden van wat ze noemen ‘onbeduidende waarheden’ om dat wat essentieel voor de mens is geheim te houden. Wat je gelooft is waar, maar wat zou je willen geloven?
Is een kloon ook bezield?
Het concept van het klonen van mensen voor reproductieve doeleinden roept veel morele, ethische en medische vragen op. Het raakt ook diepere theologische vragen. De meest basale vraag is dan: ‘Heeft een gekloonde mens een ziel?’
In biologisch opzicht is een kloon een kopie van een biologische entiteit zoals een gen, een cel of wellicht een heel organisme. Er zijn diverse kloon technieken zoals recombinant DNA / moleculair klonen, therapeutisch klonen en reproductief klonen. We zullen de technologie links laten liggen omdat we esoterische en spirituele aspecten willen belichten. Als wij geschapen zijn naar gods evenbeeld, zijn wij in feite klonen van de Schepper.
Het opvallende mankement van de eerste klonen, Adam en Eva, was het ontberen van een voortplantingsvermogen. Pas na het conusmeren van de befaamde appel, werd hun duidelijk hoe ze kinderen konden verwekken. De god die hen had gekloond uit Anunnaki zaad en het Ovum van een primaat, wilde geen aanbidders maar slaven/arbeiders. Afgezien van de medische smoesjes over klonen is het voornaamste tegenargument dat gekloonde kinderen fysieke, sociale, mentale of emotionele schade kunnen oplopen.
Als je beseft dat klonen in feite het kopiëren van fysieke entiteiten inhoudt, dan begrijp je ook dat het kopiëren van het onstoffelijke, spirituele component van de mens vooralsnog een utopie is.
De ziel in de klassieke oudheid.
In het werk van Homerus bestaan verschillende duidingen van de ziel. De psyche of de zetel van bewustzijnsverschijnselen. Phren dat volgens Pythagoras een van de intellectuele capaciteiten is die de ziel vormen samen met nous (geest) en thymos (passie). De psyche is het aspect van de ziel waarmee de mens zich identificeert.
De ziel volgens het animisme.
Animisme wordt vaak geassocieerd met primitieve jagers/verzamelaars gemeenschappen, maar het komt eigenlijk voor in alle religies ter wereld. Bij animisme wordt geloofd dat alle dingen, niet alleen mensen bezield zijn. Zo kunnen zielen ook in alle rijken van materie huizen, in mineralen, planten en dieren. Mijn inziens waren die ‘primitieve’ gemeenschappen dieper met de natuur verbonden dan het huidige mensdom.
De ziel in het christendom.
Volgens het christendom bestaat de mens uit geest, ziel en lichaam. Dat deel van de mens wat in de psychologie wordt aangeduid met het onbewuste of het onderbewustzijn wordt in het christendom aangeduid met ‘geest’. De geest resoneert met begrippen als intuïtie, geweten en christusbewustzijn. De ziel resoneert met concepten als voelen, willen en denken. Deze functies kunnen afgeleid worden uit het Oude testament waarin ziel en geest aan bepaalde functies worden gekoppeld.
Christenen hebben verschillende interpretaties over hoe immateriële zielen worden gecreëerd. Er zijn twee standpunten hierover, het creationisme en traducianisme. Het laatste is de leer van de overdracht van de ziel van ouders op kinderen. Het creationisme stelt dat god de ziel schept wanneer het kind wordt verwekt, terwijl het traducianisme stelt dat fysieke conceptie zelf, via de ouders, de ziel schept.
Ik stel dat de ziel pas indaalt als het fysieke voertuig het stadium bereikt bezield te worden. Er zijn momenteel erg veel mensen die het moeilijk of zelfs afschuwelijk vinden om op Aarde te zijn. Er zijn heel veel mensen slecht of gedeeltelijk geaard. De ziel zweeft in hun geval tussen meerdere dimensionele werkelijkheden. Dat komt door het dunner worden van de Sluier van Vergetelheid en de hogere bewustzijnsfrequenties in onze werkelijkheid.
De ziel in het Boeddhisme.
Verrassend genoeg ontkent het Boeddhisme het bestaan van een permanente ziel. Het beschouwt alles als anatta; 'niet-zelf', 'leeg van zelf' of 'zonder zelf'. Het geloof in een essentie of kern van jezelf wordt geassocieerd met het accepteren van concepten als 'ik', 'mijn' en 'mijzelf'. Een van de kenmerken van een bodhisattva (iemand die naar verlichting streeft) is dat hij/zij dit niet meer doet. In het boeddhisme is meditatie de weg om die verlichting te bereiken. Na deze noodzakelijke omwegen keren we terug op de vraag of klonen een ziel hebben.
De mensheid is technologisch al zo ver dat ze de aspecten lucht en wind van Ruach kunnen kopiëren. Ze kunnen ook mensen beademen, maar de ziel, het voertuig van het ego of de eeuwige geest is niet te kopiëren. De wetenschap kan een biologisch lichaam klonen, omdat het een tijdelijk voertuig is dat kan functioneren in de wereld van vorm. Dat voertuig kan niet zonder de ziel functioneren, omdat de ziel de ware persoon is die in het lichaam huist.
Vergelijk het ego met een echo; een verminderde weergave van het origineel! De mensheid, het evenbeeld van god, is slechts een verminderde weergave van het origineel. De mens kent ook natuurlijke, niet-technologische klonen, denk maar aan de geboorte van een identieke tweeling. Dat zijn wel degelijk bezielde entiteiten. Ze zijn een weergave, een reflectie van de liefde die hun ouders voor elkaar hebben.
Met andere woorden, er bestaan al biologisch/genetisch gedupliceerde mensen. Het mechanisme van hun creatie verschilt enorm van het klonen in laboratoria, maar het eindresultaat is in de wereld van vorm (materie) hetzelfde. Dit is de essentie van de vraag of klonen een ziel hebben.
Zielig.
Door de vooruitgang in de natuur-, mens- en cultuurwetenschappen (vooral in de psychologie, de genetica en de neurowetenschappen) is het concept van een ziel in onbruik geraakt. Moderne neurologen associëren de 'ziel' van de mens met zijn temperament en persoonlijkheid. Vanuit een organisch, biologisch verklaringsmodel situeren zij het fenomeen ziel in onze frontale hersenkwab.
Dezelfde vooruitgang brengt ook kunstmatige intelligentie, geavanceerde klonen en transhumanisme voort. In feite gaan we terug naar de genetische manipulaties van EN.KI de Anunnaki wetenschapper die de uitdrukking: ‘Laat ons wezens naar ons evenbeeld creëren’ als eerste opperde. Hij schiep in zijn laboratoria wezens zonder Vrije Wil, die volledig gehoorzaamden aan alle grillen en wensen van hun schepper.
Die eerste menselijke hybride wezens zouden in ons tijdperk autistisch genoemd worden!
Er zijn websites van zeer erudiete personen die beweren dat klonen een ziel hebben. Mijn gevoel zegt dat dit ver bezijden de waarheid is. De drie-eenheid; lichaam, ziel en geest is niet volledig te klonen. Klonen is per definitie het kopiëren van biologische entiteiten. Aangezien ziel en geest niet-biologische, spirituele componenten van de Schepper zijn, is elke poging die te klonen een zielig vertoon van menselijke arrogantie.
Artikelen op deze website mogen vrij verspreid worden onder vermelding van de juiste bron: ArjunA – www.assayya.com