Na het behalen van het landskampioenschap van een voetbalclub uit Eindhoven stond het regionale ochtendblad vol chauvinistisch gebral dat mij op het woord kinnesinne bracht. Tussen 1958 en 1985 woonde ik in Amsterdam. In die jaren hoorde ik veel Jiddisch, en ik vind het jammer dat die sappige taal nagenoeg verdwenen is. Deze taal wordt ook wel omschreven als Mokums, maar het woord mokum is een Jiddische variant op het Hebreeuwse makom dat stad of toevluchtsoord betekent.
Het zelfstandig naamwoord kinnesinne, betekent ‘jaloezie, afgunst’. Het is gevormd uit het Hebreeuwse qinā ‘afgunst’ en sinʾā ‘haat’. Het is denkbaar dat het woord een samentrekking is van kinne en sinne, wat in het Nederlands met haat en nijd vertaald kan worden.
Wanneer je voorbij de Babylonische Spraakverwarring bent geëvolueerd, herken je in het woord Kinne het Engels voor (Kinfolk) Familie en in Sinne het woord voor Zonde. En dat brengt ons terug bij de eerste familie die een zonde beging. We zullen voorbij gaan aan het eten van dat ene appeltje, want dat is een verhaal over de kinnesinne van een god die niet wilde dat zijn familie net zo wijs werd als hij.
Sinds het lezen over het consumeren van dat ene appeltje is er een vraag die aan mij blijft knagen. Hoe oud is de appel eigenlijk? Bijbelwetenschappers dateren de schepping zoals de Genesis het suggereert op 3950 BC… Welnu, de Aarde was toen al miljarden jaren oud, maar wat je gelooft is waar en wat zou je willen geloven?
Malus domestica.
Als je Internet kan geloven werd de appel (Malus domestica) circa10.000 BC in Europa in het wild verzameld en in het Nabije Oosten al geteeld in 4000 BC. Waarschijnlijk is de appel langs de oude zijderoute verspreid, omdat ook het genencentrum van de appel in de omgeving van deze route ligt. En de zijderoute voerde langs de rivieren Eufraat en Tigris, die volgens het boek Genesis de Hof van Eden omzoomden.
In 3950 BC zou god (ik schrijf bewust een onderkast g) Adam en Eva in de Hof hebben geplaatst, nadat hij ze op een andere locatie had geschapen. In die dagen werd de appel in het nabije Oosten al geteeld! Snap je nu waarom de clerus zich als herders van een kudde schapen beschouwt? Jawel; de Heer is mijn herder, want ik geloof alles wat ze me op de mouw spelden. Ach, weet je, ik ben atheïst, ik geloof niet in religieuze doctrines.
Het is grappig dat in de taal van de kerk de woorden bonus-malus voor goed en slecht staan. Het is daarom ook grappig dat de appel in diezelfde taal Malus domestica heet. Letterlijk vertaald staat er slecht huis, dus ik heb een raar gevoel over de appel en het paradijs. Vanuit botanisch oogpunt is de appel geen vrucht maar een schijnvrucht. Het is mogelijk dat de appel de schuld kreeg, omdat je als je een appel door midden snijdt, onmiddellijk de vergelijking met een vulva waarneemt.
Zou god, die volgens het Vijfde Gebod een na-ijverige god is, kinnesinne hebben gehad over het feit dat Adam wel een vrouw had en god zelf niet? Ik dwaal af, want ik zou het niet hebben over dat ene appeltje. Het was wel verleidelijk hoor. Nee, ik was van plan de eerste vorm van jaloezie te beschrijven die tot het doodslaan van een familielid leidde.
Het dertiende vers uit de Tien Geboden kwam te laat om te voorkomen dat Kaïn zijn broer Abel doodsloeg. Je zou wensen dat god nog even snel een WhatsApp naar Kaïn had kunnen sturen met de boodschap: ‘Gij zult niet doodslaan’. Maar helaas, Apple en IPhone moesten nog gecreëerd worden, en dat was een lastige job. De oprichter van Apple werd uit ongehuwde ouders geboren en door Paul en Clara Jobs geadopteerd. Zijn biologische ouders waren Joanne Schieble en Abdulfattah Jandali, tja met zulke namen…
Gij zult niet doden.
Het dertiende vers uit de Tien Geboden. Vanuit Numerologisch perspectief schrijven we dat als 13/4 en voor ons heeft het de betekenis van heilige huisjes omver schoppen. Nu waren de Tien Geboden nog niet bekend, of zelfs nog niet nodig in de Hof van Eden. Ze werden pas veel later (circa 1446 BC) tijdens de Exodus op Stenen Tafelen gebeiteld.
Kain en Abel kenden dit gebod ook niet nadat hun ouders de huur van het paradijs werd opgezegd. Dat kwam omdat de eerste twee mensen op een andere manier ongehoorzaam waren geweest.
Trots op wat hij in de dagen voor Adam en Eva had geschapen zei god: “Kijk, Ik heb jullie allerlei zaadzaaiend kruid gegeven op de gehele aarde, en allerlei vruchtbare bomen en zaadzaaiende bomen, je hoeft het er alleen maar af te halen om het te kunnen eten.” Het eerste afhaalrestaurant was een feit. Maar er was een addertje onder het gras, want god zei ook: “Aan alle dieren op de aarde, en aan alle vogels onder de hemel, en aan al het gewormte, dat leven heeft op de aarde, geef ik allerlei groen kruid om te eten…”
Je mag dus concluderen dat er in het paradijs geen dier werd geslacht. Er hoefde geen bloed vergoten te worden om in leven te blijven. Immers god geeft het eerste stel mensen zaadzaaiende kruiden en bomen. Je zou bijna willen geloven dat god een vegetariër was. Maar dan lezen we in Genesis 4:3 - 5 het volgende verhaal.
Thanksgiving.
Kain was landbouwer geworden en zijn broer werd een herder. Kaïn en Abel waren gewend om god een offer te brengen. Zij deden dit 'aan het eind van de dagen' en dat geeft aanleiding tot de gedachte aan offers op vaste tijden. In de Verenigde Staten wordt deze dag gevierd op de vierde donderdag in november. In Canada, waar de oogst eerder in het jaar eindigt, wordt het op de tweede maandag in oktober gevierd. Dus aan het eind van de dagen… Het zit kennelijk in ons cellulaire geheugen gegrift.
Kain had groene vingers en kweekte zaadzaaiend kruiden en gewassen, vruchtbare bomen en zaadzaaiende bomen, zonder ze genetisch te manipuleren zoals we dat thans doen. Abel was herder geworden en was zeer succesvol in het vermeerderen van zijn veestapel. Aan het einde van de dagen verzamelde Kain de vruchten van zijn arbeid als dankoffer. Abel slachtte een eerstgeboren lammetje en vond de eerste barbecue ter wereld uit.
Maar de vruchten van Kain werden genegeerd en god prikte een vorkje mee op de BBQ van Abel. Dat was natuurlijk figuurlijk, maar het signaal was duidelijk voor de boer. Kain zag hoe de rook van Abels offer in een mooie rechte lijn omhoog ging. Kaïns rook waaide alle kanten op en sloeg neer. Dat zette kwaad bloed bij Kain, hij voelde ineens heftige Kinnesinne opkomen en sloeg zijn broer dood.
Het merkwaardige is dat Kain moest gaan zwerven en dat zijn hele gezin over de toenmalige wereld werd verspreid zoals de rook van zijn offer. Voordat we een oordeel uitspreken over Kain (want oordelen doet de mens te snel en te vaak) dienen we te beseffen dat god zelf deze tweedracht, deze kinnesinne heeft uitgelokt. Blijkbaar zijn voor de Bijbelse god niet alle mensen gelijk.
Kebab.
God heeft liever kebab van lamsvlees, en… daarom moest ook het Lam Gods uit het Nieuwe Testament geslacht worden. Wellicht is dat ook de reden waarom veel Lichtwerkers denken en voelen dat ze het zwarte schaap in de familie zijn. Sis Kebab (in de Turkse spelling Şiş Kebabı) is een gerecht bestaande uit gemarineerde, gegrilde of geroosterde stukken vlees. Het is een traditionele snack van Centraal-Aziatische oorsprong, die vooral populair is in Turkije, Marokko, Rusland en andere voormalige Sovjetstaten. Hebben jullie enig idee hoe en wanneer dit populaire gerecht in de wereld is gekomen?
Na de Zondvloed.
De Ark van Noach was zo geconstrueerd dat twee derde onder de waterlijn zou komen, waardoor een voortreffelijke stabiliteit werd verkregen. Er was geen stuurhut maar een waterdicht luik op het dek. In Babylonische en Assyrische teksten werd het vaartuig omschreven als een ‘Tzulili’.
Het moderne Hebreeuws kent een equivalent van dat woord: Tzolelet betekent onderzeeër! Het woord dat in de Hebreeuwse Genesis wordt gebruikt is: ‘Teba’ en dat betekent ‘aan alle zijden dicht’ net als een waterdichte doos. Teba stamt van het Akkadische ‘Tebitu’, wat vrachtschip kan betekenen. Net als een onderzeeër was de Teba in staat om met vracht en al onder of op het water te reizen.
Eenmaal aan de oppervlakte zette de boot koers uit naar Mount Ararat, de hoogste top in Oost Anatolië. Ziusudra (Noach) bracht meteen een offer als dank voor de overleving van de zonvloed. De rook van het vuur steeg, net als bij het offer van abel recht omhoog. Het offer was, je raadt het al, geroosterd lamsvlees. Enki en zijn halfbroer Enlil/Jehova kwamen in hun shuttles naar Mount Ararat.
Enlil zag dat er toch overlevenden waren en werd woedend, hij (god) stond op het punt Enki te wurgen uit pure kinnesinne. Ningal, de weergaloze stuurman van de boot, seinde de overige Anunnaki die nog in orbit waren in om snel te landen. Samen overtuigden ze Enlil dat Ziusudra/Noach een zoon was van Enki, en geen gewone sterveling. Enki zei dat hij zijn eed om niets aan stervelingen te zeggen over de Zondvloed niet had gebroken. Hij had slechts tegen de rieten hut van Ziusudra gesproken…
Het offer werd aanvaard, en sindsdien mocht de mensheid zich weer vermenigvuldigen. God Enlil/Jehova had zich verzoend met dat idee. Maar tot op cellulair niveau is de kinnesinne in de mens bewaard gebleven.
Materie vergaat, informatie blijft bestaan, zelfs in een zwart gat. Na deze uitspraak van Stephen Hawking rest mij nog een quote van hem: “De grootste vijand van kennis is niet onwetendheid, het is de illusie van weten…”
Artikelen op deze website mogen vrij verspreid worden onder vermelding van de juiste bron: ArjunA – www.assayya.com