Waar de schrijfdrift vandaan kwam, weet ik niet, maar de maand december vroeg om een groot aantal artikelen. Dit is de uitsmijter die ik begin op vrijdag 30 december, en morgen nog wil publiceren.
Dit schrijfseltje werd mij ingegeven door de vraag waar het echte Heilige Land ligt. Voor christenen is de staat Israël het heilige land. Voor moslims is Arabië het heilige land, omdat Mekka daar ligt. Aanvankelijk was de gebedsrichting van de islam Yerushalaim, later werd dit Mekka… Voor de Aboriginals in Australiëzijn is Uluášu of Ayers Rock een heilig gebied. Voor de Rastafaribeweging is Ethiopië het heilige land. Voor mij is Jordanië het Heilige Land.
Jordanië 2009.
De Airbus A320 RJ 152 bracht ons naar Amman. Het enige opmerkelijke aan de vlucht waren de prachtige groenblauwe ogen van de Jordaanse stewardess. Chauffeur Khaled, in een grote zilverkleurige Samsung V6-automaat, bracht ons in iets meer dan een uur van het vliegveld naar het hotel in Madaba.
We logeerden in het Mariam Hotel, een klein hotel waarvan de lift eigenlijk het beste was. Het restaurant stelde geen barst voor en we hadden geluk dat er op loopafstand een uitstekend restaurant was te vinden! Het meest opmerkelijke was dat ons eerste logeeradres in Jordanië vernoemd was naar de zus van Mozes en Aäron!
Khaled zal ons de komende dagen van Madaba in het Noorden helemaal naar Aqaba in het Zuiden rijden. Het was dus zaak hem te vriend te houden en dat deed ik door hem vragen te stellen. Bijvoorbeeld hoe je ‘aangenaam kennismaken’ in zijn taal moest zeggen, en hij zei iets dat klonk als: “Tasharafna eikoum”. Ook leerde ik ‘welkom’ in zijn dialect zeggen: “Ahlan Wa’sahlan”.
Daarnaast vroeg ik hem naar de betekenis van de verschillende kleuren hoofddoeken die ik de mannen zag dragen. De rood/witte doeken waren de kleuren van Jordanië, de zwart/witte waren uiteraard van Palestina, en de witte waren zomerhoofddoeken. Khaled vertelde me ook dat je aan de manier waarop de doek om het hoofd was gedrapeerd, kon zien uit welk land iemand kwam.
De draagwijze maakte ook duidelijk of je met een Bedoeïen te maken had, met een landbouwer, een herder of met een stedeling… Die verschillen kon je ook merken aan de wijze waarop de kraag van een Djellaba werd gesloten. Khaled vond het prettig dat we hem zoveel vragen stelden, en dat kon je aan zijn uitgebreide antwoorden merken.
Op 16 september stonden we op Mount Nebo. De zilveren slangen om mijn armen herinnerden me aan een andere tijd/ruimte waarin Mozes met slangen gods macht bewees!
Deuteronomium 34:1
Toen verliet Mozes de vlakte van Moab en hij beklom de Nebo, een van de toppen van de Pisga, tegenover Jericho. Daar liet YHVH hem het hele land zien: het hele gebied van Gilead tot aan Dan en Naftali, het gebied van Efraïm en Manasseh, van Judah tot aan de zee in het Westen. Mozes zag de Negev, de Jordaanvallei en de vlakte bij Jericho, tot aan Soar.
YHVH zei tegen hem: ‘Dit is het land waarvan ik aan Abraham, Isaac en Jacob onder ede heb beloofd dat ik het aan hun nakomelingen zou geven. Ik laat het je nu zien, maar erheen oversteken zul je niet.’ Daar in Moab stierf Mozes, de dienaar van JAHWEH, zoals deze dat gezegd had. Hij werd begraven in het dal bij Bet-Peor in Moab; tot vandaag toe weet niemand waar zijn graf ligt…
De temperatuur was, zo ver naar het Noorden, 25ºC. Lekker warm weer, maar ik had over mijn hele lichaam kippenvel toen we op de historische berg over de Jordaan, in de richting van Canaän keken. Mijn keel werd dicht geknepen en ik voelde een zwaarte in mijn hart.
Bij het monument met de slang om de staf hebben Nora en ik een ceremonie gehouden. Ze voelde dat de diabolo weer opgevoerd moest worden, en zei: “Jij bent bekend met de energie van deze plek, zoek een plaats uit waar we gaan staan.” Ik ging met mijn gezicht naar de slangenstaf staan, en sloeg de doek die ik uit Egypte mee had genomen om mijn hoofd.
We werden onmiddellijk opgenomen in de diabolo, ik kon het uit de aarde omhoog voelen komen. Het zocht zich een weg langs de chakra’s en nestelde zich in ons energiesysteem, waar het zou blijven tot we in Yerushalaim zouden staan…
Na de ceremonie had ik een vreemde ervaring; de omgeving verdween plots voor mijn fysieke ogen en ik moest gaan zitten om niet om te vallen. Ik vroeg Nora om mij geaard te houden. Terwijl mijn stoffelijke voertuig daar zat stond ik in de geest weer op de top van de berg en ik zei tegen de berg dat ik in dit leven de overkant wel zou halen.
Besef dat de naam Hebreeërs afstamt van Ibri, wat betekent: “Zij die van de Overkant kwamen.” Besef dat Ibri een verwijzing is naar Nibiru, de Planeet van de Kruising (van de Overkant), de Thuisplaneet van de Anunnaki, de Nephilim, de scheppergoden. Na een stilte die even duurde kreeg ik te horen: “Jij bent de Berg!” Daarna was ik weer terug in het nu. We liepen naar de taxi voor de lange rit via Kerak naar Petra, ongeveer 200km over de Kings Highway.
Canaän.
Zie je, vanuit Jordanië gezien is de overkant van de rivier de Jordaan het Beloofde Land, niet het Heilige Land! Op de schier eindeloze rit over de Kings Highway naar Aqaba werd mij heel veel duidelijk met betrekking tot de terminologie Heilig Land en Beloofde Land. De reizen, de avonturen en de vele gevechten van de aartsvaders waren niet in Canaän, het latere Palestina, voltrokken.
Abram, de eerste aartsvader werd geboren in Ur, de Stad van de Maan, in Shinar van de Chaldeeën. Van daar trok hij op last van Enlil/Yahweh naar Haran en verder via Aleppo, Deir mar Musa, Damascus in Padam Aram (het huidige Syrië) naar Egypte. Abram reisde in Jordanië over de Kings Highway. Deze route is zo genoemd naar de Herderskoningen van weleer. Abrams zoon Isaac trok over die route, en Jacob/Israël trok over die route.
Het verhaal van Jacob die twee maal zeven jaren voor Laban moest zwoegen om Rachel tot vrouw te krijgen, bespaar ik jullie. Elke belichaamde ziel komt altijd weer in enige incarnatie in een tijd/ruimte die hem of haar aan eerder belichamen herinnert. Mijn ouders hebben mij de namen Jack Renée gegeven, voor mij betekent dat Jacob Herboren. In 2012 heb ik in Eilat Rachel weer ontmoet!
HaShem.
Als je een Jordaniër vraagt waar het woord Hasjemitisch voor staat, blijft hij je het antwoord schuldig. De officiële naam van dit land is: ‘Hasjemitisch Koninkrijk van Jordanië’. Daar kunnen twee verklaringen voor zijn.
- Shem (Sem, Ham of Cham) was een van de zonen van Noach, en na de Zondvloed kreeg iedere zoon met zijn familie een domein toegewezen. Dus Jordaniërs kunnen afstammen van Shem, en dat verklaart de officiële naam van dit land.
- De Hebreeuwse woorden B’nai Ha Shem betekenen letterlijk ‘Kinderen van de Naam’.
Je berijpt dat dit een code is voor ‘kinderen van god’ omdat gods naam nooit wordt uitgesproken. We weten nu ook dat YHVH niemand anders is dan Enlil, die na de Zondvloed de Vruchtbare Halve Maan als domein toegewezen kreeg. Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië is dus het land van Enlil/Yahweh, en mag daarmee een grotere aanspraak maken op de term Heilig Land dan de staat Israël.
Petra.
Nora en ik wilden in Petra op twee locaties mediteren die naar Mozes en Aäron waren vernoemd. Het is opmerkelijk dat haar naamgenoot, koningin Noor van Jordanië, de laatste echtgenote en weduwe van koning Hoessein van Jordanië is. Koningin Noor won toevallig in het jaar dat we in Jordanië reisden de Women’s World Award! Het is bovendien zeer opmerkelijk dat de naam Aäron een anagram is van Nora!
Op de Jabal Attuf staan twee obelisken die uitgehouwen zijn in de harde rotsen. Nora en ik hebben er een lange meditatie gedaan. We namen onze posities in en vrijwel onmiddellijk slingerde er zich en zilveren slang in de vorm van een Lemniscaat om ons beiden heen. Na een tijdje zei Nora dat we naar elkaar toe moesten lopen om onze handen tegen elkaar aan te zetten.
Zodra onze handen elkaar raakten, werd de Lemniscaat één cirkel, waarbij dualiteit overging in éénheid. Ik zag ondanks mijn gesloten ogen, talloze diamanten uit de Aarde om ons heen opstijgen. Het was een krachtig en bevrijdend ritueel, en ik voelde de Aanwezigheid van vele profeten uit het Oude Testament om ons heen. Enki en Enlil, Jacob en Ezau, maar ook Abraham en Lot, Aäron en Mozes waren energetisch getuige van ons ritueel.
Jabal Harun.
Harun is de Arabische spelling voor Aäron. Op 18.09.2009 (drie negens) hebben we op de top van die berg, waar volgens de traditie de tombe van Aäron ligt, gemediteerd. Het was een moordend hete reis van 4,5 uur op de rug van ezels, en nog een uur te voet klimmen en klauteren. Het is een Islamitisch heiligdom dat bewaakt werd door een Jordaanse soldaat, die van hierboven kennelijk de opdracht had ons in de tombe toe te laten.
We hebben er bijna drie kwartier gemediteerd. We waren amper klaar of de soldaat kwam binnen om te kijken waar we bleven. Hij werd onrustig, alsof we hem lang genoeg hebben laten wachten, en we deden onze schoenen weer aan om naar buiten te gaan. Hij deed onmiddellijk de deur achter ons op slot en verdween zonder een woord omlaag, de berg af. Nu nog weet ik niet of hij echt was of een als soldaat gematerialiseerde Avatar!
Het beloofde Land.
In november 2009 hebben we met 24 Essenen een reis door Israël gemaakt. Van Mount Carmel bij Haifa tot Bethlehem hebben we dagelijks op heilige locaties gemediteerd. Onze ervaring was dat Israël de betekenis ‘Hij die vecht met God’ volkomen waar maakt. Dit is niet het Heilige Land, dit is het Land van Belofte. Alleen de belofte moet nog nagekomen worden.
Yerushalaim betekent namelijk Vingerwijzing naar Vrede!
Artikelen op deze website mogen vrij verspreid worden onder vermelding van de juiste bron: ArjunA – www.assayya.com