Zondvloed.

Hits: 1928

In de laatste alinea’s van het artikel over Mozes en de Berg kwamen we tot de conclusie dat die Berg een codenaam was voor Enlil/Jehova.

Het was Enlil die de eerste Adam en Eva uit de Hof van Eden joeg alsof het om een kraakpand ging. Hij zette daar een ME neer in de vorm van een Cherubijn met een vlammend zwaard als bewaker. Het was Enlil, die de zich als konijnen vermenigvuldigende mensheid kwijt wilde, en de Zondvloed verzweeg om ze als ratten te verdrinken.

In Genesis 6:1-4 lezen we iets over die seksuele uitspattingen: “En het gebeurde, toen de mensen zich op de aardbodem begonnen te vermenigvuldigen en er dochters bij hen geboren werden, dat Gods zonen de dochters van de mensen zagen dat zij mooi waren, en zij namen zich vrouwen uit allen die zij uitgekozen hadden. God zei toen: “Mijn Geest zal niet eeuwig met de mens twisten, omdat ook hij vlees is, maar zijn dagen zullen 120 jaar zijn.”

Wanneer je leest dat God toegeeft dat de mens ook van vlees is, moet die god zelf ook een fysieke entiteit zijn. Enlil/Jehova was niet zo etherisch als de Schepper van Al dat Is, en dat verklaart ons fysieke ‘evenbeeld’. In die dagen, en ook daarna, waren er reuzen op de aarde, toen Gods zonen bij de dochters van de mensen waren gekomen en die kinderen voor hen baarden

God/Enlil/Jehova en de Zondvloed.
In die dagen, en ook daarna, is een duiding van tijd. We lezen het en staan er niet bij stil wanneer dat geschiedde. Met enig inzicht in het taalgebruik van de Bijbel begrijp je dat het gaat om de dagen vóór de Zondvloed en daarna.

De Zondvloed was niet de wraak van een na-ijverige god, maar veeleer een natuurlijke ramp die door Enlil werd aangegrepen om zich van de mensheid te ontdoen. Dankzij de IGI.GI (de astronauten van de Anunnaki) in orbit rond de Aarde en een wetenschappelijk station op Kaap de Goede Hoop in Zuid Afrika wist Enlil wat de enorme zwaartekracht van de naderende planeet Nibiru teweeg zou brengen.

Die nadering viel ongeveer samen met het einde van een ijstijd circa 13.000 jaar geleden. De gigantische massa ijs op Antarctica zou door haar eigen gewicht op de bodem gaan smelten en van het bevroren continent in zee storten. Dit zou een immense tsunami veroorzaken die vanuit het Zuiden de landmassa’s daarboven zou verzwelgen.

Door het einde van de ijstijd warmde de Aarde weer op. Een artikel uit Scientific American van maart 1993 stelt dat een opwarming van slechts 2° de ijskap zo kan laten smelten dat alle oceanen 6 meter hoger worden. Het wordt pas rampzalig als de ijskap in zee stort en het zeeniveau wereldwijd 60 meter omhoog stuwt. In de dagen van Enlil gleed die enorme ijskap niet geleidelijk de oceaan in, maar plonsde ineens de omgevende oceanen in en veroorzaakte daarmee de Bijbelse Zondvloed.

Springtij.
Een Tsunami van onvoorstelbare proporties die tot in de Perzische Golf doordrong en Mesopotamië overspoelde was het gevolg. Scientific American van maart 1993 publiceerde een artikel over de grootste overstroming ooit, de Zondvloed die met 650 miljoen kub water per seconde tot in het Altaj gebergte doordrong!

In Genesis 7 staat geschreven: “En het geschiedde dat de Tsunami de Aarde 7 dagen overspoelde. Noach was zeshonderd jaar, en op de zeventiende dag van de tweede maand sprongen alle fonteinen uit de diepte omhoog, en de sluizen van de hemel gingen open. Het bleef 40 dagen en 40 nachten regenen.”

Wolkbreuk.
Je zou er gemakkelijk over heen kunnen lezen, maar het zijn twee afzonderlijke rampen. De Tsunami, een buitenproportionele springvloed, veroorzaakte een overstroming van landmassa’s, net zoals rivieren die buiten hun oevers treden. Het moet inderdaad geleken hebben alsof de fonteinen uit de diepten omhoog sprongen. De Zondvloed echter was de heftige wolkbreuk die 40 dagen en 40 nachten aanhield.

Beide calamiteiten worden in oeroude testen beschreven. De Sumerische kleitabletten hebben het over twee gebeurtenissen. Eerst was er een springtij dat alle ontwikkelde en naar verondersteld werd onderontwikkelde beschavingen overrompelde. Het gevolg van die plotselinge instroom van water droeg in hoge mate bij aan de hydrologische cyclus.

Die plotseling geïntensiveerde kringloop van het water resulteerde in een wolkbreuk die veertig dagen lang overdag en ‘s nachts bleef neerstorten. Er was dus een springtij die zeven dagen lang het land overspoelde en een wolkbreuk die vervolgens 40 dagen en nachten aanhield. Zowel in de Sumerische tekst als in Genesis was er dus een overvloed aan water dat snel verdampte en als stortregen terugkwam.

Het is overigens opmerkelijk dat culturen over de hele wereld hun eigen versies hebben van een springtij die op een paar overlevende na de ganse wereldpopulatie wegvaagde. In al die overleveringen was er een godheid die zijn protegé waarschuwde zich voor te bereiden op de ramp. De voorbereiding hield ook het bouwen van een waterdicht vaartuig in. In de Babylonische en Assyrische teksten is er sprake van een ‘Tzulili’.

Onderzeeër.
Tzulili, dat in modern Hebreeuws als Tzolelet wordt gespeld, verwijst naar een duikboot of onderzeeër! De Sumerische tekst gebruikt het woord MA.GUR.GUR, dat duidt op een onzinkbaar vaartuig dat kan rollen en tuimelen… In de Sumerische tekst heette de held Ziusudra, in het Babylonische verhaal was het Atrahasis, en in Genesis speelde Noach de hoofdrol.

Hoe dan ook Enlil/Jehova had zijn zin, het obscene, perverse huwelijk van gevallen engelen met menselijke vrouwen was hiermee schoongespoeld. Nadat het water was gezakt sloot Enlil/Jehova uiteindelijk vrede met de overlevenden. Enlil was de Heer van de Lucht en daarmee van de levensadem. Hij was degene die de kroon op het hoofd van de koning zette.

Na de Zondvloed werd het koningschap op Aarde aan halfgoden en aan mensen gegund.

Een Sumerisch kleitablet roemde de godheid na de Zondvloed als volgt: “Zonder Enlil, de Grote Berg, zou geen stad gebouwd, geen fundament gelegd, geen stal gebouwd, geen schaapskudde gevormd, geen koning verheven en geen hogepriester geboren worden “

In het artikel ‘Close Encounters’ schreef ik dat het boek
Exodus doorvlochten was van ontmoetingen met buitenaardse wezens en hun geavanceerde technologieën. De samenhang tussen god, engelen en buitenaardse wezens, van het Brandende Braambos tot de verwoesting van Jericho wordt in Bijbelse taal verbloemd. Maar voor ogen die kunnen zien, is het helder.

Enlil/Jehova had Mozes uitverkoren om de Kinderen Israëls naar Kanaän te brengen. Eerst gebruikte hij de Tien Plagen tegen Egypte om zijn Volk na 430 jaar vrij te krijgen uit de faraonische tirannie. Het is opmerkelijk dat de som van 430 jaar het getal 7 is. God had zes dagen nodig om Hemel en Aarde te creëren, en op de zevende dag nam hij een vrije dag.

De Tiende Plaag was de dood van de eerstgeboren kinderen. Dat is een verwijzing naar het afwijzen van de eerstgeboren Enki als erfgenaam van de troon op Nibiru. Enlil, die later geboren werd uit Anu en zijn halfzuster Antu, werd de troonopvolger.

Enlil is Yahweh.
In Exodus 6:3 zegt God: “Ik verscheen als El Shaddai, de Almachtige God aan Abraham, Isaac en Jacob. Maar mijn naam Yahweh/Jehova openbaarde ik niet.” In Genesis 17:9 verscheen God aan Abraham en zei: “Jullie moeten de voorhuid van je geslachtsdeel laten besnijden. Dat is het teken van het verbond tussen Mij en jullie.”

Wat een vreemd bevel, want de besnijdenis is een wreedheid tegen mensheid en natuur. De voorhuid is een elementaire erogene zone, en de verwijdering ervan reduceert het plezier in seks. De god die een dergelijk bevel gaf moet toch een kwade genius zijn geweest of minder menselijk dan we aannemen. We lezen vaak over de Reptiliaanse oorsprong van de Anunnaki. Dat zou het ‘Verbond’ kunnen verklaren, omdat reptielen geen voorhuid hebben!

Het is daarom zo opmerkelijk dat de schepper van Adam er geen moeite mee had. Er staat nergens geschreven dat Adam zijn voorhuid moest verwijderen. De godheid die de Adam leven in blies was niet Enlil, maar zijn halfbroer Enki, de meester bioloog.

Enlil/Jehova bood de Kinderen Israëls een trektocht aan van circa 40 jaar die naar Kanaän leidde. Joshua nam na de dood van Mozes, die van Enlil/Jehova het Beloofde Land mocht zien maar er niet toegelaten werd, het opperbevel op zich. We pakken het verhaal op als Jericho wordt verwoest met ultrasonische wapens. Jawel, want met alleen een paar Sjofars en wat trommels verwoest je geen stadsmuren.

Als we de Samenhang der Dingen beheersen, kunnen we dit ook verklaren. De naam Enlil kan ook geschreven worden met het spijkerschrift teken voor het getal 50. De veertiende letter van het Hebreeuwse alfabet is het teken NUN, dat een getalswaarde heeft van 50. NUN is ook een persoonsnaam; de vader van Joshua heette NUN. In de Kabbala staat NUN voor Erfgenaam van de Troon, en Enlil was de erfgenaam van Anu.

Manna.
Dit verklaart veel van de wonderen die de Kinderen Israëls op hun Exodus hebben ervaren. Het splijten van de Rietzee, het spijten van rotsen om water in de woestenij te verkrijgen, en manna. Volgens Flavius Josephus, die al in de eerste eeuw n. Chr. een verslag van de Exodus maakte, werd Manna pas geïdentificeerd toen het op de grond lag. Het Volk wist niet wat het was en ze vroegen Mozes: “Manna?” In hun taal betekende dat: “Wat is het?” Manna is door wetenschappers gedefinieerd als ORME; de afkorting voor Orbitally Rearranged Monatomic Elements, of mono-atomische elementen met een nieuwe rotatiesnelheid.

Voorwaar, geliefden, dat was allemaal het werk van Enlil/Jehova/Jahweh, een Anunnaki godheid zonder voorhuid!

Artikelen op deze website mogen vrij verspreid worden onder vermelding van de juiste bron: ArjunA - www.assayya.com